Een nieuw kunstgebit
U heeft nu een nieuw kunstgebit, maar u mag niet verwachten dat u alles wat u vroeger met uw eigen tanden en kiezen kon doen, nu moeiteloos met uw kunstgebit kunt doen. Vooral in het begin kan een gebitsprothese nogal wat problemen veroorzaken, zoals pijn, moeilijkheden bij het kauwen en moeilijkheden bij het spreken. Uw tandprotheticus zal proberen u, vooral in die lastige beginperiode, te begeleiden om zodoende het wennen aan uw gebitsprothese te vergemakkelijken.

Een kunstgebit is een hulpmiddel
De bedoeling van uw kunstgebit is dat het de functies, die uw eigen tanden en kiezen hadden, zo goed mogelijk overneemt. Tanden en kiezen zijn erg belangrijk bij het kauwen en het spreken, maar ook voor uw uiterlijk, de eerste aanblik. Bedenk wel dat een gebitsprothese slechts een hulpmiddel is om de functies van uw eigen tanden en kiezen zo goed mogelijk uit te voeren.

Alle begin is moeilijk
U heeft dan nu een nieuwe gebitsprothese, maar u zult merken dat dit niet meteen echt lekker zit. Het is nieuw, maar vooral anders en daar moet u beslist aan wennen.

Pijn
Een nieuw kunstgebit kan in het begin pijnlijk zijn. Het zit strak tegen uw kaken aan en op sommige plaatsen misschien wel iets te strak. Daardoor kunnen pijnlijke plekken ontstaan, zogenaamde drukplaatsen. Door kleine en eenvoudige correcties van de tandprothese kan uw tandprotheticus deze pijn wegnemen. Vijl of schuur nooit zelf aan uw gebitsprothese!

Voor een goed resultaat is het belangrijk dat u het nieuwe kunstgebit inhoudt en dat u direct probeert ermee te praten en te eten. Als u pijn heeft, moet u naar de tandprotheticus teruggaan. Indien u vanwege de pijn of de onwennigheid toch heeft besloten de gebitsprothese uit te doen, doe het dan minstens een halve dag voor u naar de tandprotheticus gaat weer in. Anders kan de tandprotheticus niet alle pijnlijke plekken herkennen. Laat u er niet toe verleiden uw oude gebitsprothese weer in te doen. U zult dan natuurlijk nooit aan het nieuwe wennen. Met het nieuwe kunstgebit is het vaak een kwestie van doorzetten.

Eten
De eerste tijd zult u bij het eten misschien pijn hebben. Daar kunt u iets aan doen door alleen zacht en makkelijk voedsel te eten, bijvoorbeeld puree, gehakt of zacht fruit. Later kunt u langzaamaan harder voedsel proberen.

Praten
In het begin praat u wat onwennig. U slist bijvoorbeeld. Of bepaalde klanken zijn anders. Dat komt omdat uw mond nog moet wennen aan het kunstgebit. Oefenen helpt veel. Hardop de krant lezen bijvoorbeeld. De problemen met het praten gaan meestal vanzelf over.

Slapen met of zonder tandprothese
Het is het beste om de prothese voor het slapen uit te doen. Op die manier krijgen uw kaken de nodige rust. Misschien vindt u een mond zonder tanden en keizen niet zo’n prettig idee. Doet u dan in ieder geval het kunstgebit in de onderkaak uit. Als u de prothese niet draagt, kunt u het bewaren in een bakje met lauw water of reinigingsmiddel.

Schoonmaken
Net als eigen tanden en kiezen, moet u de gebitsprothese verzorgen. Want als u het niet regelmatig schoonmaakt, blijven er voedselresten achter. Op uw kunstgebit, maar ook eronder. Als die niet worden verwijderd, kan op den duur uw tandvlees gaan ontsteken.

Na elke maaltijd moet u uw prothese reinigen, dit kunt u het best doen met behulp van een speciale protheseborstel en water en reinigings gel. Geen tandpasta gebruiken, dit schuurt teveel. Een schoon kunstgebit moet altijd glad aanvoelen.

Als het verwijderen van aanslag met een borstel u niet lukt, gebruik dan een speciaal voor een kunstgebit geschikt reinigingsmiddel. (zie onze verzorgingsproducten) Het gebruik van bruismiddelen is af te raden. Wilt u meer informatie over reinigingsmiddelen voor een gebitsprothese dan kunt u dit altijd navragen bij ons in de praktijk.

Soms kan het voorkomen dat zich tandsteen op het kunstgebit vormt. Dat is erg moeilijk te verwijderen. In dat geval kunt u de prothese een nacht lang in een bekertje met keukenazijn  of een speciaal bacterieel reinigingsmiddel onderdompelen.
‘s Ochtends kunt u dan het tandsteen van de prothese afborstelen. Leg het kunstgebit nooit in heet water en gebruik zeker geen bleekwater of schuurmiddelen.

Let goed op dat bij het schoonmaken het gladde kunstgebit niet uit uw handen glipt en kapot valt. Laat voor de zekerheid water in de wasbak lopen en maak het kunstgebit schoon boven het water.

Het tandvlees
Niet alleen uw gebitsprothese moet worden schoongemaakt, maar ook het tandvlees waar het kunstgebit op rust. Masseer minstens een keer per dag het tandvlees met een zachte tandenborstel eventueel met wat tandpasta.

Controle
De eerste tijd kan het kunstgebit ergens klemmen en pijn doen. Dat is heel normaal. Ga er wel mee naar de tandprotheticus. Hij kan er namelijk iets aan doen. Ook als het na zo’n eerste correctie nog niet ideaal is, ga gerust nog een keer terug. Bij alles wat niet in de haak is met uw gebitsprothese is de beste oplossing naar uw tandprotheticus gaan. Hij weet precies wat er aan de hand is en wat eraan kan worden gedaan. Afhankelijk van hoelang u al een prothese draagt, zullen geleidelijk uw kaken nog verder slinken. Uw kunstgebit zal daarom van tijd tot tijd moeten worden aangepast. Er kan door de tandprotheticus een nieuwe “voering” (rebasing) in het kunstgebit worden aangebracht, waardoor het weer steviger zit

Kleefpasta’s, kleefpoeders, voeringen en andere hulpmiddelen
Er zijn allerlei kleefpasta’s, kleefpoeders, ‘voeringen’ op de markt om een gebitsprothese meer houvast te geven. Deze middelen zijn eigenlijk allemaal noodoplossingen. De oorzaak van het probleem wordt niet echt weggenomen. Doe ook nooit watjes onder uw prothese. Uw kaken gaan daarvan alleen maar sneller slinken. Als uw kunstgebit los gaat zitten moet u naar uw tandprotheticus gaan, deze ziet meestal direct wat er aan de hand is en wat en kan u het beste advies geven.

Nacontrole
Na het plaatsen spreekt de tandprotheticus een nacontrole af. Mocht u echter eerder pijnplekken of andere vragen hebben kunt u altijd eerder contact opnemen met de praktijk.

Om pijn te voorkomen en om loszitten van het kunstgebit tijdig te kunnen constateren, is het aan te bevelen minstens éénmaal jaar naar de tandprotheticus te gaan voor controle. Het is verstandig dit ook echt te doen, ook als u geen klachten of problemen heeft. Het slinken van de kaken gaat namelijk zo ongemerkt dat u het in de eerste instantie niet opvalt. Als u daarom regelmatig teruggaat voor controle, houdt uw tandprotheticus alles voor u in de gaten. Hij kan uw kunstgebit weer passend maken of u op tijd adviseren om een nieuw kunstgebit te laten maken,  want ook uw kunstgebit kan verslijten. Ook controleert de tandprotheticus of uw hele mond nog goed gezond is. Vooral bij mensen met een slecht passend kunstgebit of bij mensen die al jarenlang hetzelfde kunstgebit dragen, kunnen vervelende mond-afwijkingen ontstaan.